U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

ENGELENPRAAT 1 over angst,  anima&animus,  blokkades en bemoediging

 

In de loop der jaren ontwikkelde zich een persoonlijke omgang met 'Gidsen van het Licht'. Het gaat altijd om een ontmoeting met een Lichtwezen, Iemand die boven het gewone alledaagse uitstijgt, liefde, wijsheid en vrede uitstraalt. Voor mij, vanuit mijn traditie, is dat een engel, nauw verbonden met Jezus en met God. Sommigen beleven zo'n ontmoeting éénmaal, bij toeval, anderen gaan er gericht naar op zoek. Zo leerde ik 'geïnspireerd schrijven' in de vorm van een soort 'vraag- en antwoordspel' waarin ik met mijn vragen kwam, en al luisterend de antwoorden opschreef: het was en is voor mij een prachtige vorm van gebed, niet alleen via woorden, maar ook via beelden en gevoelens en energie. Daar wil ik je graag in laten delen. En niets houdt je tegen om zelf ook te gaan oefenen: zie 'engelen-contact NU'

 

 

Engelenpraat over ANGST

Het maakt ons gelukkig om jouw gidsen te zijn. We bewonderen je. En zien ook je aarzeling, je angst. Die kan je overwinnen, door te beseffen hoe moedig je al bent. Je voelt je angst, en toch laat je je er niet door vangen, bepalen. Dat vergt heel veel moed! En verder kan je vaker een beroep op ons doen, om met je mee te gaan. Wij zijn namelijk niet bang… Lekker makkelijk hè, voor ons, om dat te zeggen. Maar we weten dat het ook voor jou uiteindelijk allemaal goed afloopt. Dat je een kind van God bent. Dat er van je gehouden wordt, dat je een kind van het licht bent. Jou kan uiteindelijk niets gebeuren, je bent één van ons. Maar ondertussen beseffen we ook dat er op aarde van alles kan gebeuren, en dat angst op dat niveau vaak terecht is. Maar onbestemde angsten, en angsten die te maken hebben met je verleden, daar kan je wel wat aan doen. Wij willen je daar graag bij helpen.

 Dat is geweldig om te horen. Maar toch heb ik er gemengde gevoelens bij, omdat ik mezelf zo weinig vertrouw: al zo vaak allerlei goede voornemens gehad om geregeld contact te houden, en dan verflauwt vervaagt en verdwijnt het weer. Wil je het leergesprek met me aangaan, ondanks alles, en mijn ‘het spijt me’ aanvaarden?

 Ja. Dat willen we. Begin maar. Zit er klaar voor. Wij willen eerst vertellen wie we zijn. Jouw ‘gidsen’. We zijn je vaag vertrouwd, soms meer, soms minder. Maar we zijn er altijd. En zien het zonder oordeel aan, als je je weer van ons verwijdert, na de zoveelste toenaderingspoging. Het geeft niet. Het hoort erbij, zeker bij jou. Zit er niet mee, en begin gewoon vrolijk iedere keer opnieuw, het startpunt ligt iedere keer een centimetertje verder.

Dit gesprek gaat over angst. Die je altijd weer in de houdgreep neemt. overmeestert. overwint. De angst is je bondgenoot – als er werkelijk gevaar dreigt. Het is je tegenstander in alle gevallen dat het niet zo is. Er dreigt geen gevaar. Laat dat tot je doordringen. Er dreigt geen gevaar. Je wordt door niemand bedreigd. Je leeft in een beschaafde maatschappij, waar mensen niet voor hun gedachten vervolgd worden. Beroddeld misschien, veroordeeld misschien, maar dat is iets van de ander, het hoeft jou niet te raken. Ze hebben geen macht over jou, tenzij jij ze die macht geeft. Niet doen. Geef niemand macht door bang voor hem of haar te zijn.

 Wees ook niet bang voor jezelf, voor je eigen ‘falen’, het ‘niet kunnen’ 'niet goed genoeg zijn’,  ‘tekort schieten’, noem het allemaal maar op. Zie je hoe de woorden moeiteloos bij je op komen? Dit gaat allemaal over oordelen, oordelen van anderen, oordelen van jezelf, oordelen die jij denkt dat een ander heeft. Daar begon je al mee, toch? Bang voor óns oordeel? Wat dus eigenlijk je eigen oordeel is. Zonder jouw gedachten zou het er niet zijn. Al die bange oordelen vergallen je plezier. We moeten altijd enorm veel moeite doen om je op bepaalde momenten boven die angstige oordelen uit te tillen – gelukkig lukt dat meestal. Ze zitten tamelijk aan de oppervlakte. Als je even wat dieper afdaalt in jezelf bestaan ze niet meer. Voel je het?

 Dat oordelen is zeker ook een familiekwaal. Laten we je ouders, grootouders, vragen of ze je willen helpen om die familielijn te doorbreken. Ze hebben het verinnerlijkt, doorgegeven. Stel je ze één voor één voor, en hak samen met hen de lijn door, soms dun, soms dikker, taai zelfs. Nu kan je er niet meer door gevoed worden. Kijk dan naar wat er al in jou gegroeid is, vreemd aan jouw ziel, pak die losse wapperende lijntjes vast en haal alles eruit. Het is donker, zwaar, gooi het in de stroom die naast jou loopt, laat het meevoeren, de rivier en de aarde zullen het opnemen, schoonwassen. Zo is het goed. Herinner je bij elk oordeel, elke angst, wat je nu gedaan hebt. Het zal langzaam maar zeker helemaal verdwijnen, opgenomen door de rivier.

Wij houden van je.

 Hoort een beetje angst er niet altijd bij, als je iets nieuws gaat doen?

Nee, dat zou ik niet willen beweren. Angst hoort er in principe nóóit bij. Natuurlijk moet je die angst niet veroordelen, maar het is wel een mogelijkheid om dieper zelfonderzoek te doen, en te kijken welke oude inprenting of ervaring die angst veroorzaakt. Alleen dán leer je er iets van, en alleen dán kan je de blokkades op je weg verwijderen en weer (sneller) doorgaan.

 Okee. Dat begrijp ik. Zie ik nog oorzaken van die angst over het hoofd?

 Talloze. Waar zullen we eens beginnen. Je bent bang voor ons. Bang dat Hogerhand jou, als je ons meer macht geeft, gaat onderdrukken, zoals je dat vroeger ervaren hebt. Een oude kinderervaring dus, die nu niet meer geldt: het is nooit ‘God’ geweest die jou onderdrukte, je regels oplegde, jouw eigenheid ontkende – het waren mensen die het wel gemakkelijk vonden om dat namens God te doen. En daarmee, laten we dat er meteen bij zeggen, meestal helemaal te goeder trouw waren. Maar die tijd is voor jou echt definitief voorbij. Dus vertel het kleine argwanende kind in jou maar, dat ze veilig is. Dat niemand haar meer kan dwingen. Dat ze mag ontplooien, dat haar ziel prachtig en vol liefde is, en dat we dat zichtbaar en voelbaar gaan maken. Daar zal ze heel blij mee zijn, je voelt het al een beetje toch?

Ik word er een soort duizelig van.

 Dat was omdat die angst ineens wegzakte, en de energie die die angst wegdrukt even in een soort luchtledig terecht kwam. Zie je het kleine meisje lachen?

 Ja. Ze is met een pop aan het spelen! Deed ik zelden, volgens mij.

 Dat deed je inderdaad zelden, omdat het moedertje spelen met een pop je hart weer zou openen, en je deed juist zo je best om het te sluiten. Nu kan het. Oefenen in het openen. Doe maar schat.

Dank jullie wel…

Angst voor de dood

 Ik dacht eigenlijk niet dat het in mij leefde, maar bij de meditatie vandaag kwam ik het toch tegen: angst voor de dood. Ik ben al heel lang zeer geïnteresseerd in de verhalen over het hiernamaals, ik geloof ook zeker dat er zoiets is, maar tegelijk besef ik nu pas dat ik ergens diep verborgen wel bang ben voor de dood als ik me voorstel hoe ik er ooit bij zal liggen, op mijn doodsbed of later in de kist. Natuurlijk is dat doodeng. Ik heb het ook vaak gezien, hoe mensen maar bleven beweren dat ze er niet bang voor waren, terwijl het er ondertussen van afstraalde. En de hele doodstrijd daardoor extra lang duurde. Niet zo verwonderlijk. Je raakt toch wel iets heel wezenlijks kwijt… je aardse leven, het enige leven dat je kent. Wat voor moois je ook allemaal te wachten staat – en voor hetzelfde geld is het afschuwelijk, of is er niks – dat het gaat gebeuren is zeker, maar nu nog maar even liever niet.

Toch is het meer een vermoeden dan dat ik die angst echt vóel. Heel diep weggestopt dus. En wat gebeurt er als het naar boven zou komen? Dan geef ik toe, dat het ooit echt gebeurt, die dood. Leven in ontkenning lijkt een stuk rustiger. Oké, dat is misschien niet echt zo. Die angst verspreidt zich ongetwijfeld over allerlei andere levensfactoren. Rare zin, verzin ik zelf. Maar het is wel waar, het zou rust geven als ik me er gewoon bij neerleg dat het doodsmoment ooit aanbreekt. En de angst verwelkom – zo van ‘dat hoort er nou eenmaal bij’. Dan hoef ik niet mijn gevoel af te sluiten als ik met stervenden in aanraking kom – ik wil niet voor niets nooit in de kist kijken, alsof daar de grens van mijn afsluiting bereikt zou kunnen worden – hoe zou die angst eruitzien als die volwassen werd? Als een soort ontzag vermoed ik. Maar een heel dom figuur slaan zie ik ook als een klein soort sterven – en zo nog heel veel andere dingen waarschijnlijk. Die roepen dus allemaal iets van die angst op. En die kleine angstjes zijn een stuk herkenbaarder. Die hebben dan weer vaak met dat ideaalbeeld te maken. Zoals iets nieuws beginnen en bang zijn dat het niet gaat lukken, of dat het niet goed genoeg zal zijn. Hoe was het ook alweer? Het heeft natuurlijk ook wel wat met trots, met ego te maken, omdat je bij doodgaan definitief ‘door de mand valt’, en alle pretentie, alle maskers moet laten vallen. 

 Maar ja. Die angst werkelijk tot me door laten dringen… Hoe kan je in vredesnaam met open vizier dit soort akelige gevoelens tegemoet gaan??? Ik merk dat ik een beproefde strategie heb, om dat te vermijden. Veel slapen, dufheid, mezelf verliezen in andere dingen doen. En eten natuurlijk, maar ja, dat hoort bij mij bij iedere strategie. Het is een hendel die ik onbewust overhaal, die echt alle energie opslokt. Ik wil het niet veroordelen, ik zie het alle anderen ook doen, en ik snap het. Angst is echt de meest hardnekkige en gevaarlijke tegenstander van elke vorm van vooruitgang. Maar waarom is het zo moeilijk om er iets van te gaan voelen, lijkt het veel te groot om te hanteren?

 Dat is het kenmerk van de angst. Daarachter voel je de aanwezigheid van een gevoel in het onbewuste dat altijd verstopt is en dus nooit meegegroeid, en die angst maakt er dan een soort tijger van, tegenover jou. En dan nog wel een tijger die jou met huid en haar kan verslinden. Maar dat is niet zo. Het is een deel van jou. Achter die oude, verborgen angsten zit realiteitszin, aardse nuchterheid, een zuiver beoordelingsvermogen, die zal blijven roepen dat je zo nu en dan bang moet zijn – maar alleen als het echt nodig is. Voor jezelf hoef je nooit bang te zijn, breng er licht naar toe. Meer is niet nodig. Breng er licht naar toe, ga er met compassie naast knielen, zoals Pamela Kribbe dat zo mooi zegt. Stap af van het idee dat je altijd happy en relaxed zou moeten zijn, en dat er iets niet deugt als je het níet bent. Komaan, je leeft op aarde, kijk om je heen. Zo werkt het niet. Dus als je niet de rest van je leven je kop in het zand wil steken, dan kan je er beter voor kiezen om er iets nuttigs mee te doen, ermee aan het werk te gaan. Het geeft niet als het daarna een paar dagen blijft liggen.

 Angst is als een soort inktvis, met heel veel tentakels. Het is altijd een angst voor wat er in jezelf leeft. Dat maakt het ook zo moeilijk te ‘pakken’. Dus neem je als mens iets concreets, waar je dan ‘bang’ voor bent, dat lijkt je het daarmee gemakkelijker te maken. Maar dat is niet zo. Je aandacht gaat dan naar dat concrete, en daarmee voorbij de wortel van de angst, die aan de andere kant ligt, in je eigen innerlijk. Je blijft het te gemakkelijk buiten jezelf zoeken. Het ligt altijd ín jezelf. En omdat het iets is in het onbewuste, kan je het niet zo gemakkelijk benoemen. Je weet het gewoon niet, tenminste, niet met je oppervlakkige verstand. Je ‘weet’ het wel op een dieper niveau. Dus. Als wij antwoord zouden geven op de vraag ‘waar ben je bang voor’ dan word je daar niet wijzer van. Het is iets wat je zelf in je onbewuste moet ‘opdiepen’. Voelen. Weten alleen  – dat helpt niet echt. Zolang je het niet ook voelt.

 

Engelenpraat over Anima & Animus

Er is voor jou ook een gids die staat voor de mannelijke energie, beschermende energie ook. Hij is als een soort ridder op het witte paard, alleen dan zonder paard 

 

Dag prins op het witte paard! Naar jou ben ik al mijn hele leven op zoek! En steeds maar weer aan het vechten om die te vinden en te behouden!’

 

Er is één belangrijk punt: IK BEN JOU. Laat me dit uitleggen. Nooit gehoord van de mannelijke energie, die ieder mens in zich heeft?  Die energie in jou is een soort spiegelbeeld van mij. Stel je maar even een kleine prins-op-het-witte-paard voor die in jouw ziel woont, met daarachter, verbonden daarmee, een veel grotere. Het is tragisch, dat je zolang zoekt naar iets, wat te vinden is in jezelf. Daarom zal het ook altijd mislukken. Je bent zo groot, zo veelzijdig, wat is dat toch. Ik wil je graag helpen om die prins in jou te verbinden met de prinses die je ook bent. Een heilig huwelijk zal dat worden. Het zal je Heel maken. Daarnaast  is er nog genoeg tijd om een relatie verder op te bouwen. Dat is dan een bonus, het is niet de hoofdprijs. Jij bent zelf de hoofdprijs.

 

Engelenpraat over blokkades/barrières.... en Jezus 

Er zitten nog barrières, die jou ervan weerhouden gelukkig te zijn. Want vergis je niet: dat zul je zijn als je onze- en jouw meester  volgt. Gelukkig. Sterk. Want het is een wisselwerking. Als je Jezus volgt, leef je in zijn sterkte, zijn kracht. In zwakheid leven is hem niet volgen. Je kiest telkens voor de zwakheid, omdat je hem niet liefhebt. Je hebt nog allerlei verborgen rancunes. Het wordt tijd dat je die opspoort en opruimt. Het houdt je tegen en dat heeft nu wel lang genoeg geduurd. Vraag hem zelf, als blijk van vertrouwen, om je daarbij te helpen.

Jezus. Wil je me helpen die rancunes op te sporen? 

Jawel. Het eerste is zo oud als de mensheid. Je eerste rancune is, dat je mij niet bent, tenminste, dat ben je gaan denken. En voor een deel klopt dat ook, ik ben nu geen mens meer, maar goddelijk. Deel van god. Hoger deel van god. Het hoogste deel van God. Dat jij dat ook allemaal bent, is uit je gezichtsveld geraakt. Dat blikveld is beperkt, omdat jij te veel gewend geraakt bent aan allerlei beperkingen. Je hebt je erbij neergelegd, maar diep in jou weet je nog dat je veel meer kan, en dat verwijt je mij – het is dus een vorm van projectie. Je verwijt mij iets, dat bij jouzelf hoort. Maar omdat het zich allemaal in je onbewuste heeft afgespeeld en nog afspeelt, zie je niet dat je dat zelf gedaan hebt maar geef je God de schuld. Denk aan die appel in het paradijs. Denk je nu echt dat ik ze verboden had om daarvan te eten? Ik verbied mensen nooit iets. Zij denken liever dat ik het verbied, om zelf geen verantwoordelijkheid te hoeven nemen voor hun daden, of omdat het zo rustgevend is om je doorlopend schuldig te voelen: dan is er tenminste geen tijd en geen plek voor iets anders, zoals bijvoorbeeld groei en verantwoordelijkheid.

 Dank U.

 Graag gedaan. Je wilde barrières slechten toch. Hier hebben we er meteen een paar te pakken. Je neemt mij iets kwalijk wat op zich niet erg is. Het is goed om te ontdekken dat je in je menselijkheid ook een bepaalde zwakheid bergt, dat begrip ‘zonde’ is zo gek nog niet. Al heeft het dan een te zware lading gekregen voor de meesten. Het gaat vooral om zwakheid. Meer willen dan je in de praktijk aan kan. Je hebt al hemelhoge verwachtingen van een paar dagen in het klooster logeren, terwijl je wel weet, dat het niet van het klooster afhangt, maar van jou. En dat het dus al snel tegen zal vallen. Want je verwachtingen zijn altijd hoger dan je kleine werkelijkheid, zolang je die beperkt houdt tot je ego, en wat je ego aankan. Dat is namelijk niet zo veel. Pas in de verbinding ontstaat de mogelijkheid om werkelijk te groeien. Om de verwachtingen op te geven, en je over te geven, je ego over te geven aan dat wat groter is dan jij.

Terug naar de barrières.

O ja. Ik zal je er nog één vertellen. Je bent als de dood voor groei. Bang dat je dan weer allerlei oude zekerheden op moet geven. Jawel, je dacht dat je dat allang te boven was, maar dat blijft. Dat is een reden om steeds weer terug te zakken in oude patronen, en te vergeten wat er voor nieuws is ontstaan.

Ik sta versteld.

Tja, dat staan wij ook zo vaak. Heerlijk om hier van al die verwarde emoties daaromheen geen last te hebben.

 Hoe kom ik daar van af??

 Door steeds weer naar dat ego te kijken, en te zien hoe krampachtig dat is, hoe eenzaam en bang ook. Spreid een tent van liefde uit over je ego, zodat het haar angst verliest.

Een ‘tent van liefde’ dat vind ik een mooie uitdrukking.

Jawel, een tent bestaat uit doek, stokken en haringen.  Sla die haringen stevig in de grond, blijf daarmee in verbinding. Zorg dat je stokken stevig blijven staan, niet elk moment in elkaar storten. Het tentdoek moet sterk zijn, maar ook soepel. Ik lever je de tent, samen zetten we hem op.

Hoezo levert u de tent, heb ik niets van die liefde in mij?

Mijn kwaliteit is beter. Jouw tentje zou aan alle kanten lekken en bij het eerste de beste rukje wind in elkaar storten. Maar daarmee vertel ik je niets nieuws, het is vaak genoeg gebeurd. Wat de liefde betreft kan je je echt maar het beste overgeven, en schuilen in mijn tent. In de overgave wordt het mijne het jouwe. Maar nu genoeg gezeurd over dat hele tentgebeuren, zo’n goede vergelijking is het nou ook weer niet.

Barrières.

Precies. Barrières. Wat zullen we nog meer noemen. Je bent ook nog al eens geneigd om je zelf mooier en groter te willen zien dan je in werkelijkheid bent. Dat levert dus telkens teleurstellingen op, want de waarheid komt altijd aan het licht. Hier lopen twee dingen door elkaar. In de eerste plaats bén je veel mooier en groter, maar, alweer, dat ben je alleen in de verbinding, als het ego zich overgeeft aan het grotere geheel. Maar het ego wil zo vreselijk graag alles zelf doen, alweer omdat het niet beseft dat er grotere verbanden zijn. Heel treurig. Je zou je nooit meer onzeker of schuldig hoeven te voelen, als je bewust in verbinding bleef met de grotere werkelijkheid, met het Licht van Christus. Echt nooit meer. Als het egootje dan weer eens op de oude toer ging, kon je haar terugroepen in de tent van liefde, en haar troosten en beschermen. Lekker laten slapen, omdat er geen enkel gevaar te duchten zou zijn. Geen enkel gevaar. Besef je dat? Geen enkel gevaar. Voor het egootje zijn er talloze gevaren, en die zijn ook reëel. Maar in de verbinding verliezen die gevaren hun belang.

 

Gevoelsbarrières

Lieve Gidsen. Het is weer een poosje stil gebleven. Ik ontdekte, dat het te maken had met het blokkeren van oude gevoelens. Heb ik gewoon geen moer zin om die shit-dingen in mezelf naar boven te gaan halen?! Want met de constatering ‘niet-durven-laten-stromen’  is het natuurlijk niet klaar, het is pas HET BEGIN. (ik voel nu dat er mee-gedacht wordt, dank jullie wel) Goed. Ik ben bang om gekwetst te worden, zoals vroeger: het kind dat stopt met laten-stromen omdat het op een muur stuit, en ze zich dan tamelijk wanhopig alleen gaat voelen. Dat is als kind geen optie, dus pas je je aan. Nu, als volwassene, weet je niet hoe het anders moet, en blijft de kans groot – sterker nog, het is de realiteit – dat je opnieuw op een muur stuit. En toch weet ik nu, dat laten stromen beter is, al is het maar voor mezelf. Omdat bij alles wat niet stroomt, leven verloren gaat. Maar om het te durven laten stromen, moet je je niet meer afhankelijk voelen van de reactie van anderen. Weten dat ze je geen kwaad kunnen doen. Dat is lastig. Het is wel degelijk pijnlijk om op muren te stuiten. Maar ja, nu ben ik zelf ook zo’n muur. Wil ik dát dan?! Nee. De ‘prijs’ voor het laten stromen zal dus zijn het voelen van meer verdriet, gemis. Het is nu al pijnlijk, al die geremde mensen zien, meer gaan aanvoelen. Is dat een reden om er niet aan te beginnen? Nee. Stilstand, doodsheid, verstopte energie is erger. Ik kom weer uit op eerlijkheid. Niet van alles inslikken. Maar hoe zit het met afhankelijkheid? Wat is het verschil tussen durven vertrouwen op jezelf, ook al vinden anderen je een eigenwijze betweter, of ook echt een eigenwijze betweter te zijn? Het lijkt gemakkelijker om er maar van uit te gaan, dat zo lang iedereen me aardig vindt, ik ook aardig bén. Kleine moeite om me aan te passen aan de aardig-zijn-regels. Veel je mond houden, veel vriendelijk-geïnteresseerd gedrag. Een beetje oneerlijk is het wel, want hoe ik me écht voel, dat zit daar ergens achter verborgen. Niet zichtbaar. Hoop ik dan. Maar ja, dat denkt die vreselijke agressieve verkoopster van gisteren in de dekbeddenwinkel ook. Goed. Ik ben nu een beetje aan het verzuipen. Waar hadden we het ook alweer over. Mag ik het even in jullie handen geven??

 Ja. Dat mag. Het is moeilijk voor je om je te concentreren. We doen ons best. Ga maar met ons mee. Niet-laten-stromen is bijna aards-universeel: iedereen doet het. Je bent er in grootgebracht, levenslang. Overleven is aanpassen, is je afstemmen op anderen, is reageren op de buitenwereld, is leven in angst. We willen maar zeggen: het is niet simpel op te lossen. Hooguit kan je een klein stapje in de goede richting zetten. Elke blokkade begon met een stopbord. Dus jouw idee om dat niet-stromen nu even op te gaan lossen, is een onmogelijk idee. Te groot, te veelomvattend. Bedenk, dat je met iedere meditatie bezig bent met het oplossen van blokkades, en zo de goede stromen weer een pietsie meer ruimte krijgen.

 Dank jullie wel. Dit verheldert al veel.

 

Vannacht een heel heldere droom, het voelde als een soort cadeau, en ik was er blij mee. Het begon met op-weg-gaan, en  ik kwam een dag later pas thuis, en voelde me daar schuldig over, bang dat ze zich ongerust zouden hebben gemaakt. Ik ging eten koken, had erge honger, kippenpootjes en rijst. Toen kwam de groep ‘familie’ thuis, geen aandacht voor mij, wel voor het eten – alsof het helemaal vanzelfsprekend was pakten ze alles, en lieten helemaal niets voor mij over. Ik was zo verschrikkelijk verdrietig, kwaad, voelde hoe ontzettend egoïstisch ze waren, alleen met zichzelf bezig, hoe ik niet van plan was ooit nog iets om ze te geven, ze waren het niet waard en ik werd er alleen maar heel treurig van. Er was nog wel iemand bij me, heel vaag. In een harde huilbui werd ik wakker. Dit was het dus, het gevoel van vroeger waarmee ik ooit de liefdes/gevoelensstroom afsloot. De boosheid – ze waren het niet waard.

Als kind kwam het vooral over als gericht op míj – vanmorgen stond in de krant zo’n zinnetje bij een boekbespreking als ‘vat iets niet op als een persoonlijke aanval als het ook gewoon domheid kan zijn’. Dat maakt dat het nú geen reden meer hoeft te zijn om mezelf af te sluiten. Ik weet nu – of liever gezegd: ik kán nu weten dat het niet als persoonlijke aanval bedoeld is, maar gewoon domheid is, oftewel hun eigen afgesloten gevoelswegen en stromen. Ik doe al heel lang hetzelfde, namelijk. Wat ook in de droom zat was de eenzaamheid, hoe ik welbewust alleen op stap ga, en me dan toch schuldig voel. Terwijl niemand het me kwalijk neemt. Misschien zit hier het punt, waar de afgesloten liefde verandert in plichtsgevoel, in het doen alsof er nog steeds liefde is, door de regels uit te voeren. Waar je toch steeds een gevoel van ‘tekortschieten’ bij houdt, omdat je ergens wel weet dat het niet klopt. En ondertussen neem ik het in de droom de anderen kwalijk dat zij het spel niet meespelen, maar eigenlijk gewoon eerlijker zijn: er is geen liefde en ze doen ook niet alsof. Maar evengoed zijn ook zij een groepje spelers in het vijandelijke kamp – oftewel tegen de liefde en het leven.

En dan was er nog het enorme verdriet. Het voelde als verraad. Niemand hield van mij. Niemand kon het iets schelen. Ik was alleen. Ik werd niet gezien. Zo wil je je niet voelen, je wil ook ‘harder worden’. Het je niet meer aantrekken. Niet meer weten dat het ook anders kan. Ik begrijp nu weer wat beter hoe sterk die kinderlijke gevoelens zijn, en dat ze echt niet zo één twee drie een andere koers kunnen gaan varen, vooral niet als ze daar al zo’n 50 jaar vast zitten. Ik heb nog een hele tijd wakker gelegen, mijn best gedaan om wat meer bij de pijn van het kleine kind te blijven. Ik begrijp ook weer wat beter hoe alles staat of valt met liefdevolle aandacht, ook en vooral voor de pijn en het verdriet. Het is niet iets om te veroordelen, al is er ook genoeg schuld opgebouwd, mensen tekort gedaan.

Lieve Gidsen, zijn er nog dingen die ik over het hoofd zie hier? Wil je me daar nog bij helpen nu?

Het is de vraag of je nog verder hoeft te graven, dit was al heel veel. Blijf hier nog maar even bij. Het kind in jou  heeft nu wel wat extra aandacht nodig. Ook dát is oefenen in de liefde. Het is belangrijk dat je ziet dat het geen persoonlijke aanval is. Dat mensen nu eenmaal beschadigd zijn.

Gemediteerd: het kleine kind kwam overeind, ging schoorvoetend een stukje met me mee… voelde nu ook veel meer haar verbazende kracht, haar energie, haar contact met het licht. Al dat leven, zo vlak onder de oppervlakte verstopt…

 

Engelenpraat over bemoediging 

 ‘Liefdevolle bemoediging’, het klinkt zo prachtig, maar bieden mensen het vaak aan elkaar? Of lukt het ze zelfs maar om het te ontvangen? En toch verlangen jullie er op z’n tijd allemaal naar. Hoe komt dat toch? Heeft het misschien te maken met de liefdevolle bemoediging van je vader en moeder, in de tijd dat je kind was? Heb je dat van hen ooit gekregen? Of herinner je je vooral de – ongetwijfeld liefdevol bedoelde - aanmoedigingen vanuit het idee dat er iets fout zat? Dat er iets moest VERANDEREN? Beter moest? Dat is allemaal geen bemoediging. Dat is druk uitoefenen. Bemoediging is de zon, die op de knoppen schijnt en ze aanmoedigt open te gaan, het zonlicht binnen te laten. Nu kan het gebeuren dat het kind in jou, liefdevolle bemoediging alleen maar kan linken aan druk, aan verbeteren, en het dus met het nodige wantrouwen tegemoet treedt. Of, nog een stapje verder: het kind denkt: ‘als ik ooit nog iets wil beleven aan steun en liefde, dan kan ik maar beter onvolmaakt en tamelijk ongelukkig blijven, want er moet nog wel iets te verbeteren blijven! Anders komt het nooit!’ En de volwassene, die van al die kinderlijke gevoelens geen benul meer heeft, begrijpt maar niet waarom die liefdevolle bemoediging een leven lang uitblijft. Hier valt dus nog wel wat uit te zoeken, gauw doen, des te eerder kan je het achter je laten. Het is zo akelig voor dat kind, vind je niet? Zoveel misverstanden, zoveel pijn.

 

Ik blijf me vaak alleen voelen. Dat is lastig. Hebben jullie nog suggesties om gewoon wat vrijer, minder bang, gelukkiger in het leven te staan? (En sta nu niet te lachen!)

Ach ja, het blijft nu eenmaal behelpen. Leg je daarbij neer en maak er het beste van. Wij zullen je helpen. Je gevoel van dit moment dicteert te veel – kijk naar je leven, en zie hoe vol het is met relaties, met mensen die wat voor je betekenen en voor wie jij iets betekent. Het komt allemaal wel goed.

Ik  wil ik jullie bedanken voor jullie nooit aflatende liefde. Ik voel het meteen aan de extra warmte in mijn hart. Daaraan is toch echt wel te zien (aan ‘dat nooit aflaten’, bedoel ik) dat jullie bovenmenselijk zijn. Willen jullie alsjeblieft met me praten, en me doorgeven wat voor nu belangrijk is?

 We houden van je. Onvoorwaardelijk. En ja, dat is bijzonder, helaas. Maar jij doet dat ook. Dus zo bijzonder is het nu ook weer niet. Vergeef jezelf. Het leven is nu eenmaal niet eenvoudig, daar zijn wij ons misschien nog wel meer van bewust dan jij. Wij zien het beter. De duisternis, de pijn. Dan is het al een godswonder dat er nog íets van licht doorheen schijnt – en opgevangen wordt. Het is tijd om je te zeggen dat het allemaal goed zal komen. Geloof het maar. Er zit beweging in. Het gaat komen. Echt. Nu nog niet, maar de plannen kunnen al wel gemaakt worden. Doe rustig aan. Je hebt alle tijd. Leef rustig en kalm. Niet overhaast. Geniet ervan. Neem de tijd. Nu is die boodschap wel duidelijk toch?! 

vlg blzvlg blz